Vanuit het ECDT & Vilans willen we graag verder in gesprek met verschillende andere mensen die betrokkenen bij de voedingszorg, om op die manier een breder beeld te krijgen van de behoeftes die er leven. Zo zijn we op zoek naar thuiswonende ouderen met voedingszorg en hun naasten of mantelzorgers. Ben of ken jij iemand die hier een keer over mee kan praten of denken? Dan horen Isa Dantuma (i.dantuma@vilans.nl) of Janna Albers (j.w.alberts@tue.nl of j.alberts@vilans.nl ) graag van je!
Ondervoeding bij ouderen: complex en vaak onzichtbaar probleem
Wist je dat 8,5% van de thuiswonende 65-plussers een groot risico loopt om ondervoed te raken? En dat dit alleen maar zal toenemen door de vergrijzing? Wist je daarnaast dat deze ondervoeding meestal niet wordt gediagnostiseerd, waardoor de negatieve gevolgen steeds erger worden?
De omschrijving van ondervoeding luidt: “Een toestand die voortkomt uit een gebrek aan opname van voedingsstoffen, wat leidt tot een veranderde lichaamscompositie (vermindering van vetvrije massa), met als gevolg een verminderde fysieke en mentale functie en een slechtere klinische uitkomst bij ziekte”. Bij ouderen wordt ondervoeding vaak gekenmerkt door onbedoeld gewichtsverlies en/of een te laag BMI.
Oorzaken van ondervoeding
De precieze oorzaak van ondervoeding is vaak moeilijk vast te stellen. Dit komt doordat zowel directe als indirecte factoren invloed hebben op de voedingsinname. De factoren kunnen persoonlijk of fysiek zijn, of voorkomen in de omgeving van de ouderen. Drie directe oorzaken van ondervoeding zijn: te weinig voedselinname, minder (diverse) voedingsstoffen binnenkrijgen, en een verhoogde behoefte aan inname van energie en voedingsstoffen. Indirecte oorzaken (denk aan chronische ziekten, verminderde eetlust, slikproblemen of problemen met mobiliteit) beïnvloeden deze drie directe oorzaken.
Gevolgen van ondervoeding
Niet alleen de oorzaken, maar ook de gevolgen van ondervoeding zijn verschillend en talrijk. Door de ondervoeding hebben ouderen last van fysieke en mentale belemmeringen, en dat kan weer leiden tot een mindere kwaliteit van leven, langere ziekenhuisopnames (met meer complicaties) en een hoger sterftecijfer. Bij de mentale gevolgen gaat het bijvoorbeeld om depressie of problemen op het gebied van geheugen, aandacht en taal. Al deze negatieve gevolgen zorgen er ook voor dat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen achteruitgaat. Zo hebben ze sneller meer zorg nodig wat de werkdruk op zorgverleners alleen nog maar groter maakt.
Uitdagingen voor ouderen en het zorgnetwerk
Ondervoeding is een ingewikkeld probleem en zowel de diagnose als de behandeling krijgen nog onvoldoende aandacht. Dat komt omdat het belang van voeding en daarmee ondervoeding niet altijd (h)erkend wordt, maar ook omdat de communicatie en rolverdeling tussen alle betrokkenen in het zorgnetwerk soms onduidelijk is. Verschillende partijen, zoals een diëtist, huisarts, thuiszorgmedewerker en mantelzorger, spelen een rol in het behandelen van ondervoeding. Ondanks hulp van een diëtist kan een oudere het lastig vinden om het voedingspatroon te veranderen, door eenzaamheid, beperkte eetlust of omdat het moeilijk is om boodschappen doen. Juist dan is hulp vanuit het zorgnetwerk rondom een oudere heel belangrijk. Tegelijkertijd ervaren ook mantelzorgers druk, omdat ze de zorgtaken moeten combineren met werk en gezin. Zorgprofessionals hebben vaak te weinig tijd door een hoge werkdruk om zich met (onder)voeding bezig te houden.
Doel van het onderzoek
Mogelijk kan technologie helpen om sommige problemen op te lossen. Onderzoekers Isa Dantuma en Janna Alberts van Vilans bekijken momenteel samen met de Technische Universiteit Eindhoven en het Expertise Centrum voor Dementie en Technologie, hoe en op welk moment technologie ondersteuning kan bieden. Daarvoor gebruiken ze de methode ‘ço-design’: ze betrekken de gebruikers (denk aan ouderen, mantelzorgers, thuiszorgmedewerkers en diëtisten) vroegtijdig bij het ontwerpproces. Want één ding is zeker; de technologie moet aansluiten bij wat de gebruikers nodig hebben en niet andersom. Dantuma en Alberts spraken met mensen uit de verschillende doelgroepen en inventariseerden hun behoeftes, wensen, uitdagingen en problemen. Hieronder lees je hun eerste bevindingen.
Bevindingen co-designsessies met ouderen, thuiszorgmedewerkers, en diëtisten.
Uit gesprekken met vier thuiswonende ouderen kwam naar voren dat zij zich niet altijd realiseren waarom (onbedoeld) afvallen een negatieve invloed kan hebben op hun fysieke en/of mentale gezondheid. Ze hebben vaste eetgewoontes die moeilijk aan te passen zijn als de diëtist dat adviseert. Vaak gaan ze zuinig met geld om, hechten ze waarde aan gezond eten en denken ze dat een paar kilo afvallen niet zo erg is. Uit gesprekken met zeven thuiszorgmedewerkers kwam naar voren dat thuiszorgmedewerkers de samenwerking in het zorgnetwerk niet als optimaal ervaren. Dat lag niet alleen aan de al eerdergenoemde onduidelijke communicatie en rolverdeling, maar ook omdat ze zich soms onvoldoende betrokken voelen. Tot slot vonden er interviews en co-designsessies met zestien diëtisten plaats. Zij gaven aan dat het heel belangrijk is om een band te krijgen met de cliënten. Je kunt ouderen alleen een passend advies geven als je echt met hen in gesprek gaat en hoort wat ze belangrijk vinden.
Oproep: help ons verder!
Vanuit het ECDT & Vilans willen we graag verder in gesprek met verschillende andere mensen die betrokkenen bij de voedingszorg, om op die manier een breder beeld te krijgen van de behoeftes die er leven. Zo zijn we op zoek naar thuiswonende ouderen met voedingszorg en hun naasten of mantelzorgers. Ben of ken jij iemand die hier een keer over mee kan praten of denken? Dan horen Isa Dantuma (i.dantuma@vilans.nl) of Janna Albers (j.w.alberts@tue.nl of j.alberts@vilans.nl ) graag van je!