Interview Peter Thuis

Interview Peter Thuis

“De persoon met dementie is het vertrek- en het eindpunt…”


Bij het Expertise Centrum Dementie & Technologie zijn wij niet alleen geïnteresseerd in onderzoek naar en toepassingen van Warme Technologie voor de persoon met dementie, maar we zijn bijvoorbeeld ook nieuwsgierig naar de inhoudelijke programma’s van de opleidingen in de zorg. Daar worden namelijk de mannen en vrouwen gevormd die straks werkzaam zijn in de verpleeghuizen of helpen in thuissituaties; zij zijn degenen die helpen met de integratie en acceptatie van het gebruik van technologische toepassingen in de praktijk. Deze jonge mensen zijn een onmisbare schakel in de keten van de “handen aan het bed” tot aan de professor die aan de Universiteit werkt.


Een expert en ervaringsdeskundige bij uitstek in dit veld hebben we gevonden in Peter Thuis, bestuursvoorzitter van ROC Gilde Opleidingen (een ROC (MBO)  in Noord- en midden-Limburg met meer dan 240 beroepsopleidingen),  voorzitter van Raad van Toezicht van de zorgorganisatie  Meandergroep (regio Parkstad Limburg met meer dan 5000 medewerkers) en voor Gilde Opleidingen lid van het bestuurlijk overleg van de Academische Werkplaats Ouderenzorg (AWO-Limburg). 

We treffen elkaar op de TU in Eindhoven, alma mater van Peter alwaar hij 25 jaar geleden is afgestudeerd als Bedrijfskundig Ingenieur. Herinneringen worden opgehaald, ervaringen gedeeld en gedurende het interview blijkt al snel zijn positieve houding ten opzichte van het gebruik van technologie in de zorg om de kwaliteit van leven voor mensen met dementie en hun omgeving te verhogen.

Het is verstandig om in de zorg de adoptie en acceptatie van technologie lager in de organisaties in te zetten…. niet te hoog. In het meest ideale geval faciliteren we technologische ontwikkelingen al tijdens de opleidingsfase van  de zorgprofessional.

Het werk in de zorg verandert

Peter signaleert  dat er in het algemeen op alle niveaus van de zorg steeds meer aandacht is voor de zorgbehoevende mens zelf. Dit heeft tot gevolg dat de opleidingen in de zorg steeds meer willen inspelen op de wensen en verlangens van de persoon die zorg nodig heeft. Het garanderen van kwaliteit van leven voor de cliënt is cruciaal in de opleiding waarbij het belang van warme contacten en persoonlijke zorg essentieel is, ook later in een verpleeghuissituatie. Technologische toepassingen en hulpmiddelen zouden het verplegend personeel en de bewoner kunnen helpen. Bij deze verschuivingen en  ontwikkelingen kan het van belang zijn om de bekendheid met bestaande technologie te vergroten en daarmee de acceptatie van technologische toepassingen bij de jonge student in opleiding al te stimuleren.

“Laat een leerling verpleegkunde van 17 jaar zelf ervaren hoe het voelt om verdwaald te zijn en wat het gebruik van technologische hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld het Welthuiskompas voor de betrokkenen kan betekenen”

Het valt  Peter op, zelfs in deze tijd, dat af en toe jonge vrouwen in de zorg (meer dan 90 % is vrouw) met betrekking tot technologie terughoudend kunnen zijn. Technologische oplossingen en toepassingen in de zorg  worden te snel afgedaan als “te ingewikkeld” of “niets voor mij”. Onbekend maakt onbemind: een uitgesproken rol voor de zorgopleidingen en ook de ontwerpers van technologische toepassingen om een omwenteling in het denken van vrouwelijke leerlingen in de zorg te bewerkstelligen. Dit kan helpen om koudwatervrees bij de studenten te voorkomen, maar vooral om de acceptatie en zelfvertrouwen in het gebruik van zorgtechnologie in het algemeen bij de leerlingen in hun latere werkomgeving te vergroten.

De Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg

De Raad van Toezicht van de zorgorganisatie “de Meandergroep”, waar Peter voorzitter van is,  kent een lange traditie van wetenschappelijk onderzoek in de ouderenzorg. Samen met de universiteit Maastricht hebben zij in 1998 de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L) opgericht. Mede met het onlangs instellen van de leerstoel van professor Hilde Verbeek in Maastricht beogen zij de ontwikkeling en verspreiding van kennis op het gebied van kwaliteit van leven, zorg en werk te verbeteren. Daarnaast dragen ze bij aan toepassingen van deze kennis in het onderwijs (van ROC tot universiteit) en aan het versterken van de maatschappelijke betekenis van wetenschappelijk onderzoek.

“Neem in het dagelijkse leven de  persoon met dementie als vertrek- en eindpunt.” Dit betekent volgens Peter een flexibele houding met een focus op gepersonaliseerde zorg om de kwaliteit van leven en het welzijn van de persoon met dementie te verhogen. Als voorbeeld noemt hij een oudere bewoner met dementie, die vroeger schilder van beroep was, mee te laten helpen tijdens schilderwerkzaamheden in het verpleegtehuis waar hij zelf als cliënt ook woont.

Toekomstvisie

Naast het belang van adoptie en acceptatie van toepassingen van technologie in de opleidingen voor de zorg, wijst Peter nog op een andere belangrijke ontwikkeling die gaande is. In de nabije toekomst is het van belang dat we rekening houden met een nieuwe generatie ouderen die ontstaat: mondiger, welvarender en meer divers qua samenstelling. De nieuwe oudere is zelfverzekerder en zich bewust van zijn of haar plaats in de samenleving, een inclusieve samenleving  waarbij de oudere zelf doelbewuste keuzes wil maken en zo lang mogelijk met behoud van kwaliteit van leven thuis wil blijven wonen. Peter ziet een meer gepersonaliseerde zorg als een positieve ontwikkeling waarbij  warme technologie een belangrijke rol zou kunnen spelen om de persoon met dementie  figuurlijk, en soms ook letterlijk, te kunnen omarmen.

Ans Tummers-Heemels, Wijnand IJsselsteijn.