Interview Nel en Ton Krieger

Interview Nel en Ton Krieger

“We leven bij de dag en genieten met volle teugen. Dat lukt de ene dag beter dan de andere.”

Ruim 9 jaar geleden ging Nel Krieger met vroegpensioen. Kort hierna, na een rijk leven als
locatieverantwoordelijke van twee verzorgingshuizen, valt haar op dat echtgenoot Ton
regelmatig tekenen van vergeetachtigheid vertoont… Zeven jaar na de diagnose vaatschade wordt bij Ton de diagnose vasculaire dementie vastgesteld. Maar Nel is er de vrouw niet naar om bij de pakken neer te zitten en zet ook nu haar ‘ratioknop’ aan: “We leven bij de dag en genieten met volle teugen. Dat lukt de ene dag beter dan de andere.”. Een positieve instelling, die ook de bewoners van de verzorgingshuizen in Roermond wisten te waarderen! Lees bijgaand meer over de vooruitstrevende en persoonsgerichte benadering van deze ’faciliteerder pur sang’: Het onmogelijke mogelijk maken, bij voorkeur op een gemakkelijke manier.

Nel Krieger: saoves ligktj zich alles… (’s avonds gaat alles liggen) …


Nel Krieger begint haar werkzame leven in het onderwijs. Na 19 jaar wordt ze gestimuleerd om een overstap te maken naar de ouderenzorg. Eerst als facilitair manager, later als
locatieverantwoordelijke bij het meer dan 285  jaar oude Roomsch Catholijck Godshuis: het RCG in Roermond. Een verzorgingshuis waar 180 mensen kunnen wonen en waar op 4 afdelingen mensen met dementie verblijven. Een werkdag ‘van 8 tot 5’ in het onderwijs, wordt ineens een volcontinu en non-stop werkdag van 24 uur in een zorgomgeving. Dat was wel even wennen: “Als ik naar huis ging draaide de tent gewoon door, dag en nacht, 24/7.”. Uiteindelijk heeft Nel hier, en binnen het concern, met veel liefde en passie 24 jaar gewerkt.

De sociale functie van een winkel voor je dagelijkse boodschappen…

Nel kijkt met andere ogen naar de organisatie van het verzorgingshuis en een van de eerste radicale veranderingen die ze doorvoert heeft te maken met de broodmaaltijden. Het was gebruikelijk dat de bewoners twee weken van tevoren een lijstje invulden met dagelijkse benodigdheden, zoals een pakje boter, koffie, vleeswaren of een stuk kaas, waarna deze vriendelijk en op tijd in het eigen appartement werden afgeleverd. Een ingewikkelde, tijdrovende en dure aangelegenheid, waarbij de bewoners zelf verder geen rol speelden. Nel regelde dat elke bewoner maandelijks een door de overheid vastgesteld geldbedrag kreeg en organiseerde een winkel binnen in het zorgcentrum die enkele uren per dag geopend was. De bewoners kopen, net als vroeger thuis, de benodigde dagelijkse boodschappen en blijven doorgaans in het winkeltje rondhangen voor een praatje met medebewoners. Het winkelbezoek stimuleert de eigen regie van de bewoners, fungeert als een sociale ontmoetingsplaats en de opzet van de winkel maakt de kosten beheersbaar; een gouden greep.

Stigmatiserend taalgebruik: een doorn in het oog….

Naast het gebruik van stigmatiserende hulpmiddelen voor mensen met dementie (zoals het koord met een grote rode alarmknop) zijn er ook ingesleten dagelijkse uitdrukkingen die in de omgangstaal onbewust gebruikt worden. Denk hierbij met name aan uitdrukkingen zoals  ’opgenomen worden’ of ’lotgenotencontact’. Deze roepen een negatieve connotatie (gevoelswaarde) op. En de persoon met dementie ’ligt niet op een kamer’, een uitdrukking die ongunstige associaties oproept, maar verhuist naar een appartement. Verstopt in schijnbaar normaal taalgebruik bezigen we woorden zoals ‘patiënt’ of ’client’ voor mensen die in een zorgcentrum wonen. De medewerker of arts is te gast bij de bewoner. Nel maakt zich nog steeds sterk om (vaak gedachteloos) denigrerend of beledigend taalgebruik te voorkomen: altijd een respectvol oog voor de mens en zijn omgeving.

Sociëteit Tof, dagbestedingsactiviteiten voor de maatschappelijk geëngageerde mens

Uit de tijd dat vader de kostwinner is, moeder thuis de kinderen opvoedt en het huishouden bestiert, komt de behoefte om met name voor mannen met dementie een andere dagbesteding te organiseren. Gelukkig zijn er de laatste jaren steeds meer vrouwen die ook behoefte hebben aan een meer actieve dag invulling. Sociëteit Tof, in zorgcentrum RCG, is een alternatief voor de reguliere dagbesteding en richt zich op senioren, vaak  met dementie, die een bepaalde sociaal-maatschappelijke positie hebben (gehad). Op basis van opleiding, werkverleden en/of maatschappelijke positie, bestaat er een specifiek aanbod, afgestemd op interesses en leefwereld, variërend van klassieke muziek, lezingen en schaken tot rondleidingen in musea en kerken. De leden van Sociëteit Tof vullen voor een gedeelte zelf het dagprogramma in.

Nel heeft zich sterk gemaakt voor het opzetten van deze bijeenkomsten, na contacten met de Universiteit Maastricht en zorgcentrum De Beyart in Maastricht. Dit alternatief is “Sociëteit Tof” gedoopt. Een doordachte keuze: Sint-ChrisTOFfel is de patroonheilige van Roermond, beschermer van reizigers en inwoners van Roermond. Daarnaast betekent het woord ook dat je meetelt: je bent een toffe peer! Ton, de man van Nel, is aardrijkskundige en sedert een jaar ook lid van Tof. Eén maal per week bezoekt hij de club en voelt zich er senang.
Ton: “Fijn om tijd door te brengen met leuke mensen, we drinken samen koffie, vinden herkenning in het verleden, bezoeken bijvoorbeeld de Caroluskapel, het Cuypershuis of het stadspark en zo heeft Nel ook tijd voor zichzelf.”.

“Technologie als ondersteuning, niet als vervanging.”

10 Jaar geleden was er in de zorg nog niet veel ‘technologie op maat’ ontworpen om het leven van de persoon met dementie aangenamer te maken. Nel herinnert zich nog een hilarisch
voorval van een konijntje dat ’s nachts uit zijn hok was ontsnapt en ijverig de kabels van een
sta-op stoel had doorgebeten. Toen werd toch maar besloten om het konijn van de bewoner te vervangen door een robot-kat. Deze werd door de bewoner letterlijk en figuurlijk omarmd en nam de rol van het knuffelkonijn moeiteloos over. Inmiddels wordt er in de zorgcentra meer technologie ingezet, maar in de woorden van Nel:  “Alsjeblieft altijd als ondersteuning en op maat, niet als vervanging; het menselijk contact en de empathie blijven het allerbelangrijkst.”.

“Gevoelsantennes van Ton blijven werken, maar het zenden is wat minder geworden….”

Een blik van verstandhouding wordt gewisseld tussen beide echtelieden en Nel zegt:
“Hoeveel ervaring ik ook tijdens mijn werk had opgedaan met bewoners met dementie en afhankelijk zijn, op de ziekte van Ton waren we niet ingesteld. Vroeger werd er sowieso niet veel over dementie gesproken; er heerste een taboe op deze ziekte. Na de diagnose van Ton hebben we aan den lijve ondervonden hoe het is om met een partner met dementie te leven en hoe fijn het is om daar onder ons tweeën en met andere mensen gewoon over te kunnen praten. Het geeft ons inziens ook verdieping in (vrienden)relaties”.

Nel : “Dìt bloemetje moet ook water hebben!”

Het is van belang dat mantelzorgers hun eigen leven blijven leiden en een balans weten te vinden tussen zorg en ‘vrije’ tijd. Dat is niet altijd eenvoudig.
Nel: “Ik was tijdens ons werkzame leven altijd al gewend om mijn eigen leven te leiden, nu blijf ik dat ook zoveel mogelijk doen. De ziekte van Ton bepaalt niet ons hele leven, we passen ons aan, sporten (altijd een grote hobby van Ton) en bewegen zo veel mogelijk. Alhoewel onze relatie niet meer gelijkwaardig is, hebben we het heel fijn samen. In het voorjaar waren we 50 jaar getrouwd en we hebben er samen met familie en vrienden een mooi feest van gemaakt. Er komt veel bezoek, we leven bij de dag en maken ons geen zorgen om de toekomst, daar willen we niet over nadenken. Zorgen die je vooraf hebt, heb je op de koop toe.”.

Nel en Ton proberen de lat hoog te blijven leggen, samen eropuit, fietsen, lezen en wijntjes op het terras. Toch geeft Nel aan dat ze haar ‘ratioknop’ nodig heeft, omdat ze weet dat het verlies van Ton als persoon op termijn heel hard aankomt. In de woorden van Nel: “Ik probeer niet te veel van Ton te gaan houden, de ziekte zal het helaas toch ooit gaan winnen. Maar ook dat is zorg voor later.”.

Ans Tummers-Heemels, Wijnand IJsselsteijn.

Nel en Ton Krieger